Als ik de Dikke Toren zie, ben ik thuis

Hans Baris is torenwachter in de Sint Lievensmonstertoren (Dikke Toren). Hij ontvangt bezoekers en vertelt ze, gehuld in monnikspij, alles over (de geschiedenis van) de Dikke Toren, Zierikzee en Schouwen-Duiveland.

Hoe ben je op Schouwen-Duiveland verzeild?
“’s Winters woonden we in Rotterdam en gingen we daar naar school. ’s Zomers kampeerde het hele gezin zo’n zes maanden bij de boer in Renesse en gingen we daar naar school. Toen mijn vader was afgekeurd, zijn we naar Dreischor verhuisd en ging ik in Zierikzee naar school.”

Wat heb je met Schouwen-Duiveland?
“Ik ben hier toch wel min of meer opgegroeid en het is een deel van m’n jeugd geweest. Ik ben op m’n achttiende vertrokken, maar het bleef trekken. Als ik de Dikke Toren zie, dan denk ik toch altijd: ‘Hè,hè, ik ben weer thuis.’ Uiteindelijk ben ik terugverhuisd. Eerst naar Noordgouwe en nu woon ik in Brouwershaven. Ik woon hier heerlijk. Ik kijk uit op de Grevelingen en wat me aanspreekt, is de rust, de stilte en de vriendelijkheid van de mensen. 

Wat is je favoriete plek op Schouwen-Duiveland?
“Ja, dat kan je vast wel raden. De Sint Lievensmonstertoren. De toren is supermooi. Het is een Gotische toren. Die bouwstijl kenmerkt zich normaal door de vele krullen en versierselen. Maar de toren is nooit afgebouwd en dus veel soberder. Ik houd van die soberheid. Minder is meer. Als ik niet op Schouwen-Duiveland ben, mis ik de toren ook echt. In het late najaar gaan we een paar weken dicht. Dan ben ik echt heel blij wanneer het Kerst is en ik weer aan het werk kan.”

Waarom doe je je vrijwilligerswerk in die toren zo graag?
“Er zit 500 jaar geschiedenis in de toren. Ik vertel onze bezoekers van alles over de brand, waarom de kerk niet is afgebouwd, over Zierikzee als op twee na grootste stad van Nederland en nog veel meer. En de mensen gaan uiteindelijk met een glimlach op hun gezicht weer weg.”