Watersnoodramp 1953

In de nacht van zaterdag 31 januari op zondag 1 februari 1953 voltrok zich een ramp over grote delen van Nederland. Ook op Schouwen-Duiveland waren de gevolgen niet te overzien. De gevolgen van de Watersnoodramp zijn niet te overzien. Nu, 70 jaar later, denken we terug aan de gebeurtenissen van '53 en herdenken we de ruim 1800 slachtoffers die ons zijn ontvallen. 

4 keer een blijvende herinnering

De herinneringen aan de Watersnoodramp van 1953 zijn nog dagelijks zichtbaar in de getroffen gebieden. Denk bijvoorbeeld aan de verzilting van de landbouwgrond na het doorbreken van de dijken. De huidige en droge zomers zorgen soms nog steeds voor een mislukte oogst. Maar ook de Zweedse geschenkwoningen zijn nog een blijvende en levende herinnering aan de vreselijke nacht. 

Lees het blog
Op-Schouwen-Duiveland-Watersnoodmonument-Twee-Handen

Leren in het Watersnoodmuseum

In Ouwerkerk vind je het Watersnoodmuseum. Dit museum vertelt je meer over de rampnacht van 1953. Ook leer je hier meer over de verwoestende kracht van water, het belang van waterveiligheid en worden kinderen aan de hand van een speurtocht uitgedaagd om waterambassadeur te worden. 

Bezoek het museum
Op-Schouwen-Duiveland-Watersnoodmuesum-Foto-Uit-De-Lucht

Watermanagement

Het antwoord op de rampnacht van 1 februari 1953 waren de Deltawerken, een keten van dammen, dijkverhogingen, sluizen en keringen. Drie weken na de ramp wordt de Deltacommissie opgericht met als taak om overstromingen in de toekomst te voorkomen. In het voorstel stelden ze voor de zeearmen af te sluiten. Een uniek en zeer ambitieus plan wat de kustlijn 620 kilometer korter maakt.

Meer over Deltawerken
Oosterschelde storm bij Oosterscheldekering